Wafels zijn al jaren een echte lekkernij. Vroeger werden ze vaak op zondag gebakken, met een klontje boter en poedersuiker. De geur van versgebakken wafels roept bij veel mensen warme herinneringen op. Het mooie is: ouderwetse wafels zijn helemaal niet moeilijk om zelf te maken. Met een paar eenvoudige ingrediënten en een wafelijzer kom je al een heel eind.

wij leren je hoe je zelf ouderwetse wafels maakt. We geven je het klassieke recept, handige tips en verschillende manieren om de wafels te serveren. Of je ze nu maakt voor een feestje, een zondags ontbijt of zomaar tussendoor – met dit recept zit je altijd goed.

Wat heb je nodig voor ouderwetse wafels?

Voor ouderwetse wafels heb je maar een paar ingrediënten nodig. Deze spullen heb je waarschijnlijk al in huis. Je kunt het recept makkelijk verdubbelen als je meer wafels wilt maken. Zorg wel dat je een goed werkend wafelijzer hebt. Een klassiek model geeft de wafels hun herkenbare vorm en knapperige buitenkant.

Ingrediënten voor 10 wafels:

• 250 gram bloem

• 2 eieren

• 50 gram suiker

• 1 zakje vanillesuiker

• 1 theelepel bakpoeder

• 100 gram gesmolten boter

• 300 ml melk

• Snufje zout

Met deze ingrediënten maak je wafels die luchtig zijn van binnen en licht knapperig aan de buitenkant. Je kunt het basisrecept ook aanpassen. Voeg bijvoorbeeld wat kaneel toe of een beetje citroenrasp voor extra smaak.

Zo maak je het wafelbeslag stap voor stap

Het maken van het beslag is eenvoudig. Je hoeft het alleen maar goed te mengen. Hieronder leggen we stap voor stap uit hoe je het doet:

• Smelt de boter in een pannetje en laat iets afkoelen.

• Doe de bloem, suiker, vanillesuiker, bakpoeder en een snufje zout in een kom.

• Voeg de eieren toe en meng alles goed door elkaar.

• Schenk langzaam de melk erbij terwijl je blijft roeren.

• Voeg als laatste de gesmolten boter toe en meng tot een glad beslag.

• Laat het beslag 10 tot 15 minuten rusten voor een luchtig resultaat.

Het beslag moet dik maar vloeibaar zijn. Als het te dik is, kun je een beetje extra melk toevoegen. Zorg dat je beslag geen klontjes meer heeft. Dan is het klaar om te bakken!

Wafels bakken in het wafelijzer

Nu komt het leukste deel: het bakken van de wafels! Zet eerst je wafelijzer aan en laat het goed heet worden. Vet het ijzer licht in met wat olie of boter, zodat de wafels niet blijven plakken.

Zo bak je de wafels:

• Schep een lepel beslag in het midden van het hete wafelijzer.

• Sluit het ijzer en bak de wafel in 3 tot 5 minuten goudbruin.

• Haal de wafel er voorzichtig uit met een vork of tang.

• Leg hem op een rooster zodat hij knapperig blijft.

• Herhaal tot het beslag op is.

Laat de wafels niet te lang in het ijzer, anders worden ze te hard. Als je meerdere wafels maakt, kun je ze warm houden in de oven op 100 graden. Zo blijven ze lekker knapperig.

Serveerideeën voor ouderwetse wafels

Ouderwetse wafels zijn al heerlijk van zichzelf, maar je kunt ze ook extra lekker maken met toppings. Denk aan poedersuiker, jam, stroop of vers fruit. Ook slagroom of een bolletje ijs passen er goed bij als je ze als dessert serveert.

Wil je iets bijzonders? Maak dan een “wafel-sandwich” met wat chocoladepasta of room tussen twee wafels. Of beleg ze met warme kersen en een beetje kaneel. De mogelijkheden zijn eindeloos, en dat maakt het bakken van wafels zo leuk: je kunt er alle kanten mee op.